Hoe je twee sokken breit op twee rondbreinaalden

Sok 1: Opzetten

Wanneer je twee sokken tegelijk breit op twee rondbreinaalden, brei je niet eerst Sok 1 en dan Sok 2. Je breit eerst de eerste helft van Sok 1, dan de eerste helft van Sok 2; deze steken zitten handig genoeg op dezelfde naald. Dan wissel je naar de andere naald om de tweede helft van Sok 2 te breien, gevolgd door de tweede helft van Sok 2. Om te beginnen worden alle steken van de eerste sok in één keer opgezet.

Zet 20 steken op met naald A (doorzichtige punten) en bolletje garen A.

Sok 1: Doe mee aan de ronde

Schuif 10 steken van naald A naar naald B (zilveren punten). Verplaats de steken van de naaldpunten waar ze nu op zitten naar het andere uiteinde. Nu moet je je steken samenvoegen tot een ronde, zodat je ze als een buis kunt breien.

Rijg de draadstaart van de opzet op een wolnaald; steek de naald de draad door de eerste steek aan de andere kant dan waar de staart is. De eerste sok is opgezet en klaar om te breien.

Sok 2: Opzetten en samenvoegen

Schuif de steken van de eerste sok terug op de kabels van de naalden, zodat ze niet in de weg zitten en er niet af kunnen vallen terwijl u de tweede sok opzet.

• Zet met naald A en bol garen B 20 steken op. Zet de helft van de steken op naald B en sluit ze in het rond zoals eerder.

Er staan ​​nu twee sokken op twee naalden, A (doorzichtige punten) en B (zilveren punten), met de helft van de steken voor elke sok op elke naald.

Eerste helft van sok 1

Draai de naalden om zodat je de steken van de eerste helft van de eerste sok kunt breien: de naald A-punt die de eerste helft van de sok vasthoudt, moet in je linkerhand zitten. Neem het andere uiteinde van naald A in je rechterhand.

• Gebruik de twee uiteinden van naald A en het bevestigde werkgaren van bolletje garen A en brei de steken van de eerste helft van sok 1 van het ene uiteinde naar het andere uiteinde.

Als dit een echte sok was, zou je hier waarschijnlijk boordsteek gebruiken. Voor dit voorbeeld van een sok brei je alle 10 de steken recht.

Eerste helft van Sok 2

De eerste helft van Sok 2 staat ook op naald A. Schuif de steken van de eerste helft van Sok 1 naar beneden op de kabels, zodat ze niet in de weg zitten.

• Ga door met het breien van de twee uiteinden van naald A, maar gebruik het werkgaren van bolletje B. Brei de steken van de eerste helft van sok 2 van het ene uiteinde naar het andere uiteinde.

Let op: je werkt met twee uiteinden van naald A en de bol garen die je aan Sok 2 hebt bevestigd, niet de bol die je voor Sok 1 hebt gebruikt.

De eerste ronde afronden

Voor de tweede helft van de ronde wissel je van naald A naar B. Deze keer begin je met Sok 2. Draai het werk om zodat je toegang hebt tot Naald B en de steken.

• Schuif de steken van de tweede helft van sok 2 omhoog op het uiteinde van naald B. Gebruik het andere uiteinde van naald B en bolletje garen B om 10 steken te breien.

Schuif de steken van Sok 2 op de kabel zodat ze uit de weg zijn. De tweede helft van Sok 1 staat ook op naald B.

• Ga door met de twee uiteinden van naald B, maar met het garen van bol A, en brei 10 steken van de tweede helft van sok 1 van het ene uiteinde naar het andere.

Je hebt nu één ronde gebreid van twee sokken tegelijk.

De benen

Ga door met werken zoals hierboven beschreven, werk in de juiste volgorde en gebruik naald A voor de eerste helften en naald B voor de tweede helften: eerste helft van Sok 1, eerste helft van Sok 2, tweede helft van Sok 2, tweede helft van Sok 1.

Brei in tricotsteek (alle toeren breien) voor het beengedeelte van je oefensok, totdat je er comfortabel mee bent – ​​ongeveer 5 cm.

Hiel flappen

Met de sokpijpen de opgegeven (of gewenste) lengte, is het tijd om de hiel te breien. Hielflappen worden plat heen en weer gebreid op de helft van de steken van een sok. Dit betekent dat u ook heen en weer breit op slechts één naald (B), terwijl de andere helft van de steken op de andere naald (A) rust. De hielen van de voorbeeldsok worden gebreid in tricotsteek.

• Volgende rij : voor sok 1, 1 st averecht afhalen, 10 st recht; voor sok 2, 1 st averecht afhalen, 10 st recht.

Herhaal deze rij totdat u 10 rijen hebt gehaakt; eindig met een rij aan de goede kant.

Het draaien van de hielen en het eerste kruisje

Om een ​​hiel te draaien, moet je verkorte rijen maken . Dit betekent dat je niet over alle steken van de hiel van een enkele sok in elke rij werkt. Wanneer je twee sokken tegelijk maakt, is het het makkelijkst om eerst één hieldraai te voltooien voordat je aan de andere begint.

• Rij 1 : 1 st., 5 st., 2 st. samen breien, 1 st. , keren.
• Rij 2 : 1 st., 3 st., 1 st., 1 st. , keren.
• Rij 3 : 1 st., 4 st., 2 st. samenvoegen, keren.
• Rij 4 : sl1, k4, ssk.

Zodra de hiel klaar is, neem je de steken op en brei je ze langs de linkerkant van de hielflap van de eerste sok. Je breit 1 steek in elke afgehaalde steek.

Pas de naalden aan indien nodig om hetzelfde te doen op de tweede sok. Laat de tweede helft van de hielflap voor nu zitten.

Tweede kruisje

Om het garen op de juiste plek te krijgen voor het opnemen van de resterende steken langs de andere zijden van de hielflappen, is het tijd om naald A weer te activeren.

• Volgende eerste helft : brei met naald A en bolletje garen A vanaf de laatste opgenomen steek van het linker inzetstuk van sok 1 over de 10 wreefsteken; ga verder met naald A en bolletje garen B, brei vanaf de laatste opgenomen steek van het linker inzetstuk van sok 2 over de 10 wreefsteken.
• Volgende tweede helft : neem met naald B en bolletje garen B 1 steek op in elke afgehaalde steek langs de goede kant van de hielflap van sok 2 en brei vervolgens over de resterende hiel- en kruissteken van sok 2. Ga verder met naald B en bolletje garen A en neem met naald B en bolletje garen A 1 steek op in elke afgehaalde steek langs de goede kant van de hielflap van sok 1 en brei vervolgens over de resterende hiel- en kruissteken van sok 1.

Traditioneel wordt het midden van de achterkant van de hiel beschouwd als het begin van de ronde zodra de hieldraai is gemaakt, maar hier is het het einde van deze naald. Zodra u de beweging van de steken rond de naalden begrijpt, past u deze aan uw voorkeuren aan.

Kruisverkleining en voet

De gussetsteken worden nu weggenomen totdat het oorspronkelijke aantal steken is hersteld. Vergeet niet dat de steken die worden verminderd allemaal op die eerste naald staan; de steken die geen deel uitmaakten van de hiel worden gelijk gebreid.

• Mindering rnd, eerste helft : gebruik naald A, bol garen A en werk aan sok 1, 1 recht, 2 recht samen, brei tot de laatste 3 steken vanaf het einde van de eerste helft van de sok, ssk, 1 recht; gebruik naald A, bol garen B en werk aan sok 2, 1 recht, 2 recht samen, brei tot de laatste 3 steken vanaf het einde van het eerste deel van de sok, ssk, 1 recht.
• Mindering toer, tweede helft : gebruik naald B en brei recht.
• Volgende ronde : brei met de juiste naald.

Herhaal de laatste twee rondes totdat er nog 20 steken in elke sok zitten.

Werk gelijkmatig, zonder te minderen, gedurende ongeveer zeven ronden, of ongeveer 2,5 cm voor de proefsok.

Vorm Teen

Op de eerste helft van de proefsok,

• Mindering ronde, eerste helft : gebruik naald A, bol garen A en werk aan sok 1, 1 recht, 2 recht samen, brei tot 3 steken vanaf het einde, ssk, 1 recht; gebruik naald A, bol garen B en werk aan sok 2, 1 recht, 2 recht samen, brei tot 3 steken vanaf het einde, ssk, 1 recht.
• Mindering rnd, tweede helft : gebruik naald B, bol garen B en werk aan sok 2, 1 recht, 2 recht samen, brei tot 3 steken vanaf het einde, ssk, 1 recht; gebruik naald B, bol garen A en werk aan sok 1, 1 recht, 2 recht samen, brei tot 3 steken vanaf het einde, ssk, 1 recht;
• Volgende ronde : brei met de juiste naald.

Herhaal deze twee rondes totdat er nog 12 steken over zijn.

Afwerking

Als u sokken breit die bedoeld zijn om door een persoon gedragen te worden, wilt u waarschijnlijk de tenen één voor één dicht enten, net zoals u dat zou doen als u één sok per keer breit.

Voor de demonstratiesokken knipt u eenvoudigweg de werkdraad af, rijgt u deze door een wolnaald en hecht u de resterende steken af, net zoals u een muts sluit.

Trek het strak en je hebt twee sokken in één keer klaar.