Hoe groot kan ik mijn foto’s afdrukken?

Zelfs professionele fotografen worstelen soms met de vraag hoe groot ze hun foto’s kunnen opblazen zonder dat dit ten koste gaat van de beeldkwaliteit. De bottom line over hoe groot je je foto’s kunt afdrukken, hangt af van een aantal factoren.

Fotogegevens

De hoeveelheid opgeslagen fotogegevens is afhankelijk van de instellingen en mogelijkheden van uw camera. Zelfs als u een camera van 12 megapixels hebt, hebt u mogelijk aanzienlijk minder gegevens, afhankelijk van de instellingen. Om de volledige capaciteit van uw camera te benutten, moet u de beeldkwaliteit op de hoogste instelling zetten.
Omdat de standaardafdrukresolutie voor foto’s 300 dpi is, kunt u de geschatte megapixels berekenen die nodig zijn voor elke afbeeldingsgrootte. Vermenigvuldig de hoogte en breedte van de afbeelding met 300 om een ​​vuistregel te krijgen voor de pixels die nodig zijn voor die afdruk. Bijvoorbeeld, en 8×10 wordt 2400×3000 pixels. Vermenigvuldig vervolgens de pixelafmetingen met elkaar. Dat betekent dat 2400×3000 7,2 miljoen wordt. Dat is het aantal megapixels dat nodig is om een ​​8×10-afbeelding met afdrukkwaliteit vast te leggen.

• Portemonnee 750×900 pixels .7 megapixels
• 4×6 1200×1800 pixels 2 megapixels
• 5×7 1500×2100 pixels 3,1 megapixels
• 8×10 2400×3000 pixels 7,2 megapixels

Kijk afstand

Heb je ooit gemerkt dat als je te dicht bij je tv zit, de kwaliteit van het beeld achteruitgaat? Tv-schermen zijn ontworpen voor bepaalde kijkafstanden. Met afgedrukte afbeeldingen gebeurt hetzelfde. Grote afdrukken zijn bedoeld om vanaf een paar voet afstand te worden bekeken, niet vanaf inches. Dit betekent dat een afbeelding met een lagere resolutie of een afbeelding met minder gegevens nog steeds met bevredigende resultaten kan worden afgedrukt.

Een 8×10 is de kleinste standaardafdruk die is ontworpen om vanaf ten minste 2 voet afstand te worden bekeken. Dit betekent dat hoewel 7,2 megapixels aan informatie vereist is om een ​​300dpi 8×10 op te nemen, de kijkafstand de hoeveelheid informatie die nodig is voor een visueel goede afdruk verlaagt. Hoewel dit geen perfecte regel is, deelt u de benodigde pixels door de kijkafstand (in voet) om een ​​idee te krijgen van hoe weinig gegevens u kunt gebruiken. Voor een 8×10 deelt u 7,2 megapixels door 2 (voet). Dit betekent dat u een afbeelding van 3,6 megapixels op een 8×10-formaat kunt afdrukken voor redelijke resultaten. Hoe verder u de afbeelding van een afbeelding bekijkt, hoe sterker deze resultaten zijn en hoe nauwkeuriger.
8×10 7,2 megapixels delen door 2 (voet) = 3,6 megapixels
11×14 13,8 megapixels delen door 3 (voet) = 4,6 megapixels
16×20 28,8 megapixels delen door 5 (voet) = 5,7 megapixels
20×30 54 megapixels delen door 8 (voet) = 6,7 megapixels

Afdrukoppervlak

Het type materiaal waarop uw foto wordt afgedrukt, maakt een groot verschil in de visuele afdrukkwaliteit. Hoe ruwer het materiaal, hoe minder gegevens er nodig zijn om een ​​redelijke afdruk te maken. Hoe gladder en glanzender de afbeelding, hoe meer gegevens u nodig hebt voor een visueel acceptabele afdruk. Dit komt omdat een gestructureerd oppervlak sommige onvolkomenheden in de afbeelding verbergt en onze ogen een “excuus” geeft voor ontbrekende of wazige informatie. Er zijn geen formules om dit verschil te berekenen; dit is een factor waarmee u zelf moet experimenteren om te vinden wat u visueel acceptabel vindt.